Actieplan Onbemande Luchtvaart gelanceerd

Tijdens de Amsterdam Drone Week, van 29 t/m 31 maart in Amsterdam, is het Nederlandse Actieplan Onbemande Luchtvaart 2021-2023 gelanceerd. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil onbemande luchtvaartuigen de ruimte geven en vernieuwende technologie en diensten mogelijk maken.
Het aantal drones en onbemande luchttoestellen is in Nederland sinds 2015 meer dan verdubbeld. “Maar”, zo stelt Goriska van Cooten, programmamanager Onbemande Luchtvaart, “voor deze ‘highway in the sky’ heb je afspraken en toekomstvisie nodig.”
Toepassingen
Goriska van Cooten was nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Actieplan. “We hebben het net naar de Tweede Kamer gestuurd. De Amsterdam Drone Week is een wereldwijd platform en daarmee een uitgelezen gelegenheid om het ook aan het internationale werkveld te presenteren.” Wie rondloopt in de RAI, krijgt een goede indruk van de verschillende toepassingsmogelijkheden van onbemande luchtvaart. “Drones worden nu al ingezet voor medisch transport, zoals voor bloedtransfusie of medicijnen, het inspecteren van bruggen, reddingsoperaties, zoals het opsporen van drenkelingen, landbouw, brandbestrijding en ga zo maar door. Het zijn in feite intelligente ogen vanuit de lucht. Onbemand vliegen levert veel kansen op voor duurzaamheid en veiligheid. Het opsporen van een drenkeling met behulp van een drone gaat immers veel sneller en is minder belastend voor het milieu dan het eindeloos rondvaren met bijbehorende uitstoot. Bij een bruginspectie zijn geen hoogwerkers meer nodig. Er is minder hinder voor weggebruikers, wanneer we dingen vanuit de lucht kunnen doen.”
Actielijnen

“Je hebt de werelden van het weg-, vaar-, spoor- en luchtverkeer. Daarin worden verschillende systemen en methodieken gebruikt. Je ziet nu dat de techniek steeds meer samenkomt, door het gebruik van data en sensoren. De mogelijkheden zijn eindeloos. De werelden groeien steeds meer naar elkaar toe en raken verbonden. Het gedeelde toekomstbeeld is ‘autonoom’. Autonoom rijden, varen, en dus ook vliegen”, legt Goriska uit. “In feite heb je het bij onbemande luchtvaart over vliegende robots. Omdat onbemande luchtvaart voor steeds meer toepassingen wordt ingezet, zijn veiligheid en regelgeving belangrijk. Je hebt een verkeerscentrale nodig. Ook moet je ruimte bieden aan innovatie en kennisdeling. Deze thema’s vormen allemaal aparte actielijnen in het Actieplan. Bedrijven nodigen we van harte uit om mee te denken bij alle stappen die we zetten. Het is een jonge sector. Het actieplan is dan ook een adaptief plan. We kijken bewust niet te ver vooruit, maar richten ons vooral op de komende twee jaar.” Goriska is ook bezig de Nederlandse Drone Council op te zetten. “Daarvoor is de kwartiermakersfase inmiddels afgerond. Vertegenwoordigers vanuit overheid, belangenorganisaties en het bedrijfsleven gaan zich gezamenlijk buigen over thema’s als regelgeving, luchtruim, veiligheid, internationale samenwerking, onderzoek, ontwikkeling en publieke acceptatie.”

De Amsterdam Drone Week is intussen een prima plek om te netwerken. Regelgeving en samenwerking zijn immers onderwerpen die vaak internationaal worden opgepakt. “Hier wordt kennis over actuele luchtvaartoplossingen gedeeld. Landen demonstreren hoever ze zijn en leren van elkaar. Het is goed om hier te zijn”, aldus een tevreden Goriska.

Deel dit artikel op