Monitor Informatiediensten geeft waardevolle kijk op de praktijk

Om inzicht te krijgen in het bezit van, gebruik van en de tevredenheid over informatiediensten in voertuigen (los en ingebouwd) en langs de weg is sinds 2015 driejaarlijks de Monitor Wegverkeergerelateerde informatiediensten uitgebracht. Het gaat hierbij om wegverkeer door bestuurders van personen- en bestelauto’s. Onlangs werden de resultaten bekend van de derde editie van Monitor, waarvoor afgelopen najaar zo’n 2000 weggebruikers werden bevraagd. We zetten de belangrijkste resultaten op een rij.

Doel van de Monitor, die in opdracht van de beleidsafdeling Smart Mobility van het ministerie van IenW iedere drie jaar wordt uitgevoerd, is inzicht te krijgen in de impact van beleid als het gaat om het gebruik van pre-trip reisinformatie, on-trip in-car reisinformatie en on-trip rijtaakondersteunende informatie langs de weg en/of in de auto, maar ook in meer algemene zin de beoordeling van informatiekanalen, opvolging van informatie en afleiding. In de analyses zijn ruim 2000 respondenten meegenomen, die als steekproef de Nederlandse autobestuurder vertegenwoordigen.

De highlights in vogelvlucht:

  • Het bezit individuele navigatie- en informatiesystemen toegenomen (91% in 2018 naar 93% in 2021).
  • Het pre-trip gebruik toegenomen (72% in 2018 naar 84% in 2021).
  • Het on-trip gebruik: vrijwel iedere weggebruiker gebruikt een systeem om onderweg ten minste af en toe informatie op te vragen, met name als een onbekende route wordt gereden.
Image

Specifieke effecten gebruik van apps:

  • Weggebruikers zijn tevreden over de apps
  • Weggebruikers gebruiken deze steeds vaker
  • Want: ze geven snelle en goede informatie
  • Het opvolggedrag van deze vorm van reis- en routeinformatie is toegenomen. 92% van de respondenten volgt regelmatig, vaak of bijna altijd routeinformatie op die vooraf aan de reis opgevraagd wordt. In 2018 was dit nog 80%.
  • Voor frequent gereden/bekende routes steeg het gebruik van informatie sterk. Zo’n 59% gebruikt ook ’soms’ of ‘vaker’ informatie onderweg voor een bekende route.

Relatie met wegkantsystemen:

  • Wegkantinformatie wordt door 66 tot 90% van de respondenten tenminste regelmatig gebruikt. Opvolggedrag: Weggebruikers die altijd de informatie opvolgen, zijn voor DRIP = 23%, voor GRIP = 17% en voor matrixborden = 33 tot 45%.
  • Redenen om wegkantinformatie niet op te volgen, zijn:
    • wil geen onbekende route rijden (37%)
    • file zal wel opgelost zijn wanneer hij/zij passeert (18%)
    • ervaren van onvoldoende tijdwinst (17%).
  • Wanneer de borden langs de weg een andere route aangeven dan het navigatiesysteem zegt 46% van de weggebruikers meestal of altijd het advies van de borden op te volgen. Zo’n 37% zegt meestal of altijd het navigatiesysteem op te volgen. Bij wegwerkzaamheden geeft 55% aan voorkeur te hebben voor wegkantinformatie tegen 28% voor in-car.
  • jongeren geven de voorkeur aan in-car informatie, met een hoog opvolgpercentage. Ouderen hebben juist de voorkeur om de informatie aan de wegkant op te volgen.

Namens Rijkswaterstaat was Erna Schol projectleider van de Monitor, een rol die ze eerder ook al in 2018 op zich nam. Vragen we Erna naar de voor haar meest opvallende resultaten, dan noemt zij als eerste de trend waarbij steeds meer autobestuurders de smartphone gebruiken voor navigatiediensten. ‘Dit aantal zien we door de jaren heen echt toenemen. Daarbij zien we ook dat bestuurders steeds vaker kiezen voor een slimme mix, dus een combinatie van online navigatiediensten en de zogenaamde wegkantinformatie, via bijv. de bekende drips.’

Jong en oud
Daarbij tekent zich wel een duidelijk verschil af tussen verschillende leeftijdsgroepen. Geven ouderen aan toch vaker te kiezen voor de wegkantinformatie, jongeren hebben een duidelijke voorkeur voor de smartphone. ‘Je ziet dat de adviserende functie van drips vermindert’, zo legt Erna uit. ‘Met de informatie die via de smartphone beschikbaar is, word je als bestuurder echt van A naar B begeleid, terwijl drips alleen op bepaalde knooppunten te vinden zijn. Die informatie reikt niet verder dan die specifieke locatie en brengt je niet naar huis of naar je eindbestemming. Navigatiesystemen in de auto doen dat wel. Verwacht wordt daarom dat drips op termijn zullen verdwijnen, maar hoelang die transitie duurt, is nog lastig te voorspellen.’
Veilig gebruik
Erna signaleert verder een toename van het gebruik van nieuwe technologie, waaronder Apple Car Play/ Android en Head-up display. Juist op dat gebied en daar waar het gaat om de manier waarop de smartphone wordt gebruikt, is wat haar betreft winst te behalen. ‘Deze nieuwe technieken en de smartphone hebben allemaal zogenaamde ‘niet storen’ functies, maar we zien dat die nog zeer beperkt gebruikt worden. En dat terwijl we het gebruik van die slimme diensten, op basis van actuele data, willen stimuleren, maar wel op een veilige manier.’ Een van de adviezen vanuit de Monitor is dan ook om daar tijd en energie in te steken. ‘Het feit dat we dankzij real-time data in staat zijn om weggebruikers ‘op maat’ te voorzien van informatie en advies, is van groot belang en enorm waardevol. Maar het stimuleren van een veilig gebruik van die nieuwe vormen van dienstverlening, daarnaar zou de komende tijd nog meer aandacht moeten uitgaan. Slim èn veilig.’
Goede data

Wouter Quite is vanuit de beleidsafdeling Smart Mobility binnen IenW opdrachtgever van de Monitor. Hij erkent de waarde van de resultaten. ‘Die onderstrepen het belang van goede data en vooral ook een goede ontsluiting van die data en het samenwerken met serviceproviders, die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de diensten’, zo stelt hij. ‘Een groot aantal weggebruikers geven in deze Monitor aan gebruik te maken van de beschikbare informatie en laten hun gedrag hierdoor beïnvloeden.’ Hij geeft aan de input ervan onder meer te willen gebruiken om de Tweede Kamer te informeren over de impact van het beleid. ‘Juist doordat we de Monitor regelmatig laten uitvoeren, krijgen we een waardevolle inkijk in de praktijk en signaleren we bepaalde trends en ontwikkelingen. Zo zien we dat het gebruik en het opvolgen van navigatiesystemen de laatste jaren flink is toegenomen. Daarom wordt het steeds belangrijker dat we ook digitaal verkeersregels ten aanzien van maximumsnelheden en milieuzones goed doorgeven en willen we ervoor zorgen dat (vracht)verkeer niet onnodig door woonwijken wordt gestuurd. Voor ons vormt de Monitor daarmee een belangrijke bron van informatie.’

De resultaten van de Monitor Wegverkeergerelateerde Informatiediensten 2021 zijn hier in te zien.

Deel dit artikel op