Brede welvaart: kijken naar mobiliteit vanuit een (veel) breder perspectief
“In het mobiliteitsbeleid lopen we tegen grenzen aan, van stikstof, klimaat, energie en ruimte. Het aanleggen van extra wegen legt extra druk op die ruimte en zorgt voor meer emissie. We moeten dus naar andere oplossingen kijken”, aldus Liselotte. ”Met de wens om bij vraagstukken een bredere afweging te kunnen maken en verder te kijken dan alleen economie, is onze directie gestart met verkennend onderzoek naar brede welvaart. We hebben de link tussen brede welvaart en mobiliteitsbeleid onderzocht en bekeken welke partijen ermee bezig zijn. Intussen verschenen ook notities over dit onderwerp van het Centraal Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Onze inzet was om het concept brede welvaart praktisch toepasbaar maken. Samen met TNO hebben we gewerkt aan de uitgebreide studie die er nu ligt.” Diana Vonk Noordegraaf, senior consultant Strategy and Policy bij TNO: “Doel was om te komen tot tools die je kunt inzetten bij concrete vraagstukken waarbij je meer aspecten meeneemt in het beleid, zoals gezondheid en duurzaamheid.”
“We zijn gestart vanuit de vier dimensies die ook zijn benoemd door het PBL: leefomgeving, veiligheid, bereikbaarheid en gezondheid”, vertelt Diana. “Daarbinnen hebben we verschillende bekende en nieuwe aspecten benoemd, waaronder klimaat, mentale gezondheid en sociale veiligheid. En daaraan is een set van ongeveer 40 indicatoren gekoppeld.” Liselotte: “Daarmee kan iedereen direct aan de slag. Zo maken we concreet wat de impact van het beleid is op de kwaliteit van de ruimte, wordt versnippering van de groene ruimte inzichtelijk, kunnen we benoemen welk deel van het huishoudbudget opgaat aan mobiliteit of welk effect het vaker lopen en fietsen heeft op de gezondheid. Kortom, met dit brede overzicht van dimensies, aspecten en indicatoren kun je echt breder naar een vraagstuk kijken. En heel belangrijk, niet op basis van globale doelstellingen als ‘we willen meer duurzaamheid’, maar echt uitgedrukt in concreet meetbare indicatoren.”
“Het gaat er vooral om dat er een gesprek op gang komt”, benadrukt Liselotte. “We willen oefenen met bestaande dossiers en kijken hoe we op andere oplossingsrichtingen uit kunnen komen. Bepaalde aspecten niet langer onderbelicht laten, maar bewust(er) keuzes maken.” Inmiddels is er ook nog een aanvullende tool ontwikkeld. “Rond de voor IenW relevante dimensies van brede welvaart hebben we vragen geformuleerd. Die vormen samen het Denkkader Brede Welvaart: te gebruiken als checklist bij een nieuw beleidsprogramma of bestaand project. Het zet aan tot nadenken over: wat is de impact op de beschikbaarheid van drinkwater, vertrouwen in publieke instituties of op de arbeidsparticipatie?” De komende tijd worden de indicatoren toegepast en verder ontwikkeld. “Sommige aspecten zijn goed in eenheden uit te drukken, andere zijn nog minder vaak gebruikt en moeten we nog wat aanscherpen. Hoe kun je bijvoorbeeld de relatie tussen mobiliteit en mentale gezondheid het beste uitdrukken? We weten allemaal dat je blij kunt worden van een lekker fietstochtje of een fijne wandeling, maar hoe maken we dit meetbaar? We blijven bezig om de indicatoren te verbeteren en er eenheden aan te koppelen die goed passen en uitdrukken wat nodig is om echt een goed inzicht te verkrijgen.”
“Deze studie zet ons er ook toe aan over grenzen heen te kijken en samen te werken met andere domeinen zoals wonen en ruimtelijke ordening. We hebben een nieuw verhaal nodig over de toegevoegde waarde van mobiliteit”, besluit Liselotte.