Ruim baan voor programma Actieve Mobiliteit

Diverse bedrijven en organisaties fungeren al als ‘fietsambassadeur’: werkgevers die gratis fietsvoorzieningen voor werknemers bieden en via faciliteiten en financiële prikkels (kilometervergoeding of korting op de aanschaf van een (elektrische) fiets) het personeel verleiden om meer te bewegen. Dat pakt goed uit, zo blijkt in de praktijk. De fietsambassadeurs zijn inspirerende voorbeelden voor andere werkgevers. Fietsende werknemers zijn ook fitter en productiever, merken de fietsambassadeurs.
Onderzoek (2019) wijst uit dat 25 procent van de huidige autoforenzen in potentie fietser is. En 10 procent van de automobilisten overweegt om op de fiets te stappen als de werkgever korting zou geven op de aanschaf van een fiets. Die 10 procent komt ook terug in het programmaplan Actieve Mobiliteit: in 2025 moet 10 procent meer werknemers op de fiets dan in 2020.
Met bovenstaande doelen zijn gemeenten en provincies al volop bezig. Wat dat betreft hebben lopen en fietsen als ‘meest duurzame vorm van vervoer’ de tijdgeest mee: veel steden ontmoedigen nu al het autogebruik, stellen 30-km zones in of maken gratis autoparkeren onmogelijk. Ook het weren van fossiele voertuigen (ten faveure van Light Electric Vehicles) en de opkomst van ketenmobiliteit (MaaS) en deelfietsen kan bijdragen aan minder autokilometers en een toename van het fietsgebruik.
Van Gilst en Van der Steen blijven ook de komende tijd enthousiast hameren op de voordelen van actieve mobiliteit, ook omdat het vaak om relatief goedkope oplossingen gaat: “We voelen ons erg gesteund door andere overheden en de ketenpartners. Ook met het oog op de woonopgave die er ligt en de toenemende druk op de beschikbare ruimte, ook voor mobiliteit, is het zaak om in te zetten op fietsen en lopen. En met de opkomst van slimme verkeerslichten en de uitwisseling van realtime vervoersdata wordt het voor wegbeheerders eenvoudiger om bijvoorbeeld bij regen fietsers langer groen licht te geven. Zo wordt ‘fietsen en lopen’ de basis voor vervoer in de stad.’’