Kia en ministerie van IenW presenteren inzichten in veiligheid en laadgedrag
Veelbelovend onderzoek naar voertuigdata
Tijdens de bijeenkomst ging Marcel Sluis, directeur After Sales van Kia, samen met Caspar de Jonge van het ministerie van IenW in op de opkomst van de ‘slimme auto’ met rijhulpsystemen, sensoren en camera’s: een rijdende bron van waardevolle data. Reden voor Kia en het ministerie om de potentiële meerwaarde te onderzoeken. Het motto van Kia daarbij: “Gewoon aan de slag gaan, en kijken wat je ermee kunt.’’ Caspar de Jonge benadrukte dat die samenwerking voor beide partijen iets moet opleveren. “Kia moet er iets aan hebben voor z’n klanten, wij moeten er iets aan hebben voor de burger. En dan blijkt dat de verkenning nieuwe en verrassende inzichten oplevert.’’
Twee thema’s stonden in de verkenning centraal: enerzijds het potentieel van voertuigdata om de veiligheid te vergroten (gebruik van rijhulpsystemen/ADAS), anderzijds de mogelijkheden om op basis van voertuigdata laad- en rijgedrag te analyseren, om zo duurzame mobiliteit te kunnen verbeteren. Conclusie van dit onderzoek is dat inzichten uit voertuigdata vooral goed in te zetten zijn bij de inrichting en het onderhoud van wegen (incident- en assetmanagement) en laadinfrastructuur. Naar verwachting heeft de informatie uit deze databronnen toegevoegde waarde, naast de informatie die wegbeheerders nu al uit de huidige meetsystemen en het schouwen halen. Door nog beter zicht te krijgen op de meest onveilige plekken, kunnen die bovendien bij ontwerp en herinrichting van wegen worden aangepakt.
Aan het onderzoek, dat drie maanden in beslag nam (1 februari t/m 30 april 2021), deden 4000 elektrische voertuigen mee, die goed waren voor in totaal 45 miljoen berichten. Sacha Pepermans (Kia) toonde ter inspiratie een aantal sprekende inzichten. Bijvoorbeeld dat 35% van alle ritten maximaal vijf minuten duurt. En dat rijhulpsystemen als ‘rear cross warning’ (bij achteruitrijden) vooral op vrijdag en zaterdag – boodschappendagen – worden gebruikt.
Het onderzoek leverde ook inzichten op waarmee wegbeheerders en beleidsbepalers direct iets kunnen doen. Zo waren er opvallend veel meldingen in de categorie ‘Lane keep assist warning’ (auto verlaat de rijstrook zonder richtingaanwijzer te gebruiken) in een specifieke bocht. Door het simpelweg verhogen van de maximumsnelheid na de bocht in plaats van vóór de bocht (de huidige situatie) kunnen potentieel gevaarlijke situaties worden voorkomen.
Ook het laadgedrag bij elektrische voertuigen leverde inzichten op. Zo kiest 61% van de bestuurders ervoor de auto te laden als de batterij voor nog meer dan 50% gevuld is. En bijna iedereen gebruikt een laadpaal na thuiskomst van het werk, ook als laden beslist niet nodig is omdat het rijbereik voldoende is. Een piekvraag die mogelijk kan worden vermeden.Het leidde tot vragen uit de zaal, bijvoorbeeld of laden min of meer ‘onbewust’ gebeurt. Ja, laat het onderzoek zien, en dat leverde direct de volgende vraag op of je daar als autofabrikant iets mee kunt qua gedragsbeïnvloeding. Marcel Sluis: “Dat is ook een uitdaging voor ons: hoe kunnen wij het gedrag beïnvloeden?’’ Inmiddels gebeurt dat al: de bevindingen over het laadgedrag zijn gedeeld met de Kia-bestuurders. Net als de suggestie om ‘uitgesteld laden’ te hanteren, en dus bewust het laden te programmeren, zodat niet iedereen op hetzelfde tijdstip de stekker in de auto steekt. Marcel: “We koppelden die sensordata en onze nieuwe inzichten terug aan onze klanten en vervolgens zagen we dat mensen bewust uitgesteld gingen laden. Dat blijkt in de praktijk dus te werken.’’ Vanuit de zaal werd ook de koppeling met klimaatdoelstellingen gemaakt: als iedereen wil laden in de avonduren en je weet welke laadpalen worden gebruikt, kan dat, bijvoorbeeld gemeenten, helpen bij (beleids)beslissingen over locatie, aantallen en typen laadpalen en het gebruik van de accu in de auto als belangrijk onderdeel van het energiehuishouden.