Evaluatie Talking Traffic: weggebruikers positief over in-car adviezen
Voortdurende uitwisseling van data blijkt waardevol in de stad èn erbuiten
In de uitvoerige eindrapportage wordt ingezoomd op drie groepen use cases: ‘waarschuwen voor potentieel gevaarlijke situaties’, ‘prioriteren van bepaalde groepen weggebruikers’ en ‘optimalisatie van doorstroming middels verkeersregelinstallaties’.
Belangrijke conclusie uit het onderzoek betreft het – nagenoeg realtime – waarschuwen van weggebruikers voor potentieel gevaarlijke situaties. Bedoeling is uiteraard dat weggebruikers na het ontvangen van de in-car adviezen en informatie op een schermpje in hun voertuig hun rijgedrag aanpassen. Dat blijkt in de meeste gevallen ook daadwerkelijk te gebeuren: zo past ruim 60 procent van de respondenten de snelheid aan na het ontvangen van een bericht over de maximumsnelheid en past bijna 90 procent het rijgedrag aan na een melding over verandering van de rijstrookconfiguratie (een wegversmalling of –verbreding). Automobilisten geven bovendien aan de extra informatie te waarderen en een toename van comfort en alertheid te ervaren.
Folkert Bloembergen, projectmanager Talking Traffic bij Rijkswaterstaat, vindt dat laatste ook van groot belang. “Uit eerder onderzoek bleek al dat mensen de wisselende maximumsnelheden op snelwegen verwarrend vinden. In dit onderzoek zien we dat vooral ouderen en ‘hardrijders’ hun snelheid direct aanpassen als ze in-car informatie krijgen over de maximumsnelheid. Ze passen hun gedrag dus aan én ze geven aan dat de informatie waardevol is.’’
Dat geldt ook voor informatie over afgesloten rijstroken via de matrixborden boven de weg. Bloembergen: “De waardering voor de in-car informatie over afgesloten rijbanen scoort heel hoog. De info is actueel en op maat; automobilisten gebruiken de in-car informatie echt als rij-assistent. We zien dit onderzoek ook echt als een kans voor wegbeheerders om de dienstverlening verder te vervolmaken. Zo kan het wenselijk zijn om waarschuwingen, bijvoorbeeld over maximumsnelheden en een afgesloten rijstrook, al wat eerder te geven dan het moment waarop het bord wordt gepasseerd.’’
Toch past bij het onderzoek een disclaimer, vindt Habers. “Als gevolg van de Covid-pandemie was er in de onderzochte periode - laatste kwartaal 2020 en eerste kwartaal 2021 - sprake van een sterke afwijking in omvang en samenstelling van het verkeer op de weg. Daardoor zijn we zeer voorzichtig in onze conclusies.’’ De verwachting is echter gerechtvaardigd dat, naarmate de hoeveelheid verkeer weer toeneemt, de positieve bijdrage van de informatiediensten aan doorstroming en verkeersveiligheid ook groter wordt.
Ook met die disclaimer in het achterhoofd is te zien, dat het prioriteren van bepaalde groepen weggebruikers een gunstig effect heeft op veiligheid, emissies en doorstroming. De prioriteitsverlening kent twee varianten: conditionele prioriteit (verleend aan o.a. openbaar vervoer en logistiek, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan) en absolute prioriteit (verleend aan voertuigen die met blauw zwaailicht en sirene rijden: nood- en hulpdiensten). Daarbij laat het onderzoek zien, dat het op grotere afstand (dat wil zeggen: groter dan de gebruikelijke circa 300 meter afstand van de stopstreep) aanvragen van prioriteit loont en dat het de kans op daadwerkelijke verlening ervan vergroot. Dankzij Talking Traffic-diensten is dit nu mogelijk.
Het onderzoek naar optimalisatie van doorstroming via verkeersregelinstallaties laat vanwege de beperkte verkeersintensiteit in de onderzoeksperiode een beperkt, maar positief effect zien.
“Het overall beeld van de Talking Traffic-dataketen en de effecten ervan is ronduit positief”, zegt Habers. “Talking Traffic is écht het nieuwe normaal. Geen wonder dat niet alleen individuele consumenten, maar ook steeds meer professionele weggebruikers, zoals ambulances, brandweer en logistiek aansluiten. Ze merken dat het werkt én dat het de veiligheid op de weg vergroot.’’
Daarnaast leverde het onderzoek nog een heel ander inzicht op. Habers: “Zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deel van dit onderzoek is gedaan op basis van grote hoeveelheden geanonimiseerde meet- en enquêtegegevens. Die zijn afkomstig van gebruikers van de verschillende Talking Traffic-informatiediensten. De gegevens betreffen vrijwel alle wegen in het hele land en bieden daarmee potentieel waardevolle inzichten en interessante mogelijkheden. Niet alleen voor overheden, maar ook voor aanleverende serviceproviders. Deze nieuwe mogelijkheid om relatief snel en betaalbaar grootschalig onderzoek te doen en de resultaten te evalueren, is op zichzelf al een belangrijk resultaat.’’
Ook Folkert Bloembergen is positief over de nieuw verkregen inzichten en mogelijkheden. Bijvoorbeeld op het gebied van filewaarschuwingen. “Voor Rijkswaterstaat is het heel interessant om te zien dat we nu in ‘niet-gesignaleerde gebieden’, dus wegen waar geen matrixborden staan, dankzij Talking Traffic toch een vorm van filestaartbeveiliging hebben. Als bestuurders bijna een file inrijden, krijgen ze daar in-car een melding over, op basis van het gedrag van Talking Traffic-gebruikers voor zich. En omdat we iedere seconde kunnen volgen, zien we dat mensen daar direct op reageren. Dat hebben we niet eerder kunnen aantonen. Dergelijke inzichten kunnen we bij Rijkswaterstaat ook gebruiken bij investeringsbeslissingen voor de toekomst.’’