Kia en ministerie van IenW presenteren inzichten in veiligheid en laadgedrag

Veelbelovend onderzoek naar voertuigdata

Data (‘het nieuwe goud’) levert pas waarde op als je weet wat je ermee wilt en kunt. Voertuigimporteur Kia Nederland en het ministerie van IenW presenteerden onlangs de resultaten van een verkenning naar de meerwaarde van inzichten uit voertuigdata. Op 2 november voerden bedrijven en overheden een levendig gesprek over mogelijke toepassingen. Het lijkt immers kansrijk dat nieuwe producten en diensten ontstaan, die met behulp van voertuigdata niet alleen publieke doelen dienen (‘efficiënter laden’ bijvoorbeeld), maar die ook commercieel interessant zijn om onder andere de continuïteit van de data te borgen.

Tijdens de bijeenkomst ging Marcel Sluis, directeur After Sales van Kia, samen met Caspar de Jonge van het ministerie van IenW in op de opkomst van de ‘slimme auto’ met rijhulpsystemen, sensoren en camera’s: een rijdende bron van waardevolle data. Reden voor Kia en het ministerie om de potentiële meerwaarde te onderzoeken. Het motto van Kia daarbij: “Gewoon aan de slag gaan, en kijken wat je ermee kunt.’’ Caspar de Jonge benadrukte dat die samenwerking voor beide partijen iets moet opleveren. “Kia moet er iets aan hebben voor z’n klanten, wij moeten er iets aan hebben voor de burger. En dan blijkt dat de verkenning nieuwe en verrassende inzichten oplevert.’’

Twee thema’s stonden in de verkenning centraal: enerzijds het potentieel van voertuigdata om de veiligheid te vergroten (gebruik van rijhulpsystemen/ADAS), anderzijds de mogelijkheden om op basis van voertuigdata laad- en rijgedrag te analyseren, om zo duurzame mobiliteit te kunnen verbeteren. Conclusie van dit onderzoek is dat inzichten uit voertuigdata vooral goed in te zetten zijn bij de inrichting en het onderhoud van wegen (incident- en assetmanagement) en laadinfrastructuur. Naar verwachting heeft de informatie uit deze databronnen toegevoegde waarde, naast de informatie die wegbeheerders nu al uit de huidige meetsystemen en het schouwen halen. Door nog beter zicht te krijgen op de meest onveilige plekken, kunnen die bovendien bij ontwerp en herinrichting van wegen worden aangepakt.

Inspiratie

Aan het onderzoek, dat drie maanden in beslag nam (1 februari t/m 30 april 2021), deden 4000 elektrische voertuigen mee, die goed waren voor in totaal 45 miljoen berichten. Sacha Pepermans (Kia) toonde ter inspiratie een aantal sprekende inzichten. Bijvoorbeeld dat 35% van alle ritten maximaal vijf minuten duurt. En dat rijhulpsystemen als ‘rear cross warning’ (bij achteruitrijden) vooral op vrijdag en zaterdag – boodschappendagen – worden gebruikt.

Het onderzoek leverde ook inzichten op waarmee wegbeheerders en beleidsbepalers direct iets kunnen doen. Zo waren er opvallend veel meldingen in de categorie ‘Lane keep assist warning’ (auto verlaat de rijstrook zonder richtingaanwijzer te gebruiken) in een specifieke bocht. Door het simpelweg verhogen van de maximumsnelheid na de bocht in plaats van vóór de bocht (de huidige situatie) kunnen potentieel gevaarlijke situaties worden voorkomen.

Image
Laadgedrag

Ook het laadgedrag bij elektrische voertuigen leverde inzichten op. Zo kiest 61% van de bestuurders ervoor de auto te laden als de batterij voor nog meer dan 50% gevuld is. En bijna iedereen gebruikt een laadpaal na thuiskomst van het werk, ook als laden beslist niet nodig is omdat het rijbereik voldoende is. Een piekvraag die mogelijk kan worden vermeden.Het leidde tot vragen uit de zaal, bijvoorbeeld of laden min of meer ‘onbewust’ gebeurt. Ja, laat het onderzoek zien, en dat leverde direct de volgende vraag op of je daar als autofabrikant iets mee kunt qua gedragsbeïnvloeding. Marcel Sluis: “Dat is ook een uitdaging voor ons: hoe kunnen wij het gedrag beïnvloeden?’’ Inmiddels gebeurt dat al: de bevindingen over het laadgedrag zijn gedeeld met de Kia-bestuurders. Net als de suggestie om ‘uitgesteld laden’ te hanteren, en dus bewust het laden te programmeren, zodat niet iedereen op hetzelfde tijdstip de stekker in de auto steekt. Marcel: “We koppelden die sensordata en onze nieuwe inzichten terug aan onze klanten en vervolgens zagen we dat mensen bewust uitgesteld gingen laden. Dat blijkt in de praktijk dus te werken.’’ Vanuit de zaal werd ook de koppeling met klimaatdoelstellingen gemaakt: als iedereen wil laden in de avonduren en je weet welke laadpalen worden gebruikt, kan dat, bijvoorbeeld gemeenten, helpen bij (beleids)beslissingen over locatie, aantallen en typen laadpalen en het gebruik van de accu in de auto als belangrijk onderdeel van het energiehuishouden.

Eenvoudig aanpakken
Bij een gezamenlijke terugblik op het onderzoek concludeerden Marcel Sluis en Caspar de Jonge dat het onderzoek had opgeleverd waar ze vooraf op hoopten. De Jonge: “We zien in sommige gevallen hoe makkelijk het is om met de juiste data – bijvoorbeeld in een gevaarlijke bocht waar veel automobilisten buiten hun rijstrook raken – de maximumsnelheid te verlagen van 80 naar 50 km/uur. Op die manier kun je onveilige verkeerssituaties eenvoudig aanpakken. Tegelijkertijd realiseren we ons dat dit maar één onderzoek is over een periode van drie maanden. Als je dieper en meer gaat analyseren, en als je die data kunt koppelen en combineren met andere databronnen kun je een next level bereiken. Kia heeft met dit onderzoek aangetoond dat het kan. Maar we kunnen hier nog veel meer mee. We kijken hoe we inzichten uit voertuigdata van Kia en andere importeurs concreet kunnen inzetten op thema’s als verstedelijking, verduurzaming en veiligheidsverbetering, in het samenspel tussen voertuigen en infrastructuur. Voor deze verkenning en het eventuele vervolgtraject hechten we waarde aan de mening en mogelijkheden van marktpartijen, dus we betrekken hen graag hierbij.”
Image
Privacy by design
Er is in dit onderzoek gekozen voor een privacy-by-design aanpak, waarbij technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens af te dwingen. De overheid koopt, krijgt noch verwerkt de data van Kia-rijders. Kia heeft de data-inwinning en -verwerking zodanig ingericht, dat deze in overeenstemming is met de AVG en recht doet aan de afspraken die gemaakt zijn met haar klanten over het gebruik van de door hun voertuigen gegeneerde data. Zo krijgt de overheid wel de beschikking over nuttige inzichten, maar zijn deze niet herleidbaar naar persoonsgegevens of individuele gebruikers.