‘Staat van Mobiliteit Brabant’ centraal tijdens regionale en digitale roadshow
Die interactieve aanpak viel in de smaak bij de deelnemers, die al doende ontdekten wat de meerwaarde van de Staat van Mobiliteit Brabant is. Compen: “We hebben er bewust voor gekozen om onder andere vragen te gebruiken die wethouders in de praktijk stellen aan hun ambtenaren. Bijvoorbeeld ‘werkt ons fietsbeleid nu eigenlijk’, ‘hoeveel verkeersslachtoffers vallen er jaarlijks in onze gemeenten’ of ‘hoe groot is het aandeel vrachtverkeer in het centrum’.”
De bijeenkomsten werden niet alleen als heel nuttig ervaren, maar smaakten vooral naar meer (verdieping). Deelnemers waren bovendien verrast over de mogelijkheden, bijvoorbeeld over die van actuele ‘floating car data’. Zo kan data leiden tot goede investeringsbesluiten, bijvoorbeeld over het al dan niet aanleggen van meer asfalt, maar ook tot betere reisadviezen voor en tijdens een reis (MaaS). Compen: “Deelnemers zien de meerwaarde van het dashboard en de data die erachter zit. De bijeenkomsten leverden ook veel nieuwe vragen op.” Dat was ook een van de doelen van de roadshow: feedback verzamelen van toekomstige gebruikers en op basis daarvan het dashboard verbeteren en eventueel uitbreiden. Ook daarom komen er, minimaal één keer per jaar, vervolgbijeenkomsten op de roadshow.
Met de Staat van Mobiliteit Brabant* laat de provincie zien graag voorop te willen lopen, als het gaat om de landelijke doelstelling van alle overheden om eind 2023 voor 90% digitaal capabel te zijn.
Toch is er nog genoeg te wensen, weet Compen. “Gemeenten zien steeds vaker de meerwaarde van digitalisering en data. Beleidskeuzes worden ook steeds vaker onderbouwd met data en het belang ervan neemt alleen maar toe. Tegelijkertijd beseffen we dat we veel informatie op gebruikers – beleidsambtenaren, verkeerskundigen, maar ook directeuren en wethouders - af sturen, waarvan niet altijd meteen duidelijk is wat ze ermee kunnen in hun werk. Om die toepassingen te verduidelijken, willen we onder meer een ‘voorbeeldenboekje’ maken. Bovendien gaven gebruikers zelf aan dat ze nog meer willen inzoomen op het kaartmateriaal, zodat ze beschikbare data tot op wijkniveau kunnen selecteren en daarmee aan de slag kunnen gaan.’’ Aan dat laatste verzoek wordt inmiddels gewerkt: er komt – naast de bestaande app met Daily Urban Systems-kaarten - een tweede app die meer op detailniveau kan inzoomen. En waar gebruikers meer vrijheid hebben in het bepalen van hun selecties, doorsnedes en detailniveau.
* De Staat van Mobiliteit Brabant kwam tot stand in samenwerking met gemeenten, regionale partijen, maar ook partners als de Verkeerscentrale, SmartwayZ, BrabantStad Bereikbaar en het Regionaal Data Team Brabant.
Hoewel de digitalisering dus in volle vaart doorgaat en partners geloven in betere (reizigers)informatie en een doordachte gebiedsgerichte aanpak op basis van data, zou het nog wel sneller kunnen, als het aan de provincie Noord-Brabant en partners ligt. Compen: “Wij plukken de vruchten ervan dat we in de provincie al langer goed samenwerken en de regio’s evenwichtig verdeeld zijn, waarbij er een sterke wil heerst om iets te bereiken; de ambities zijn hier groot. En gemeenten zien dat het kan lonen om gezamenlijk op te trekken, bijvoorbeeld met collectieve programma’s om data in te winnen, terwijl ze anders bijvoorbeeld allemaal afzonderlijk teldata zouden moeten inkopen. Tegelijkertijd zijn we voor de juiste data ook afhankelijk van landelijke afspraken en partners, en dat vraagt zorgvuldigheid en kost dus ook vaak veel tijd.’’
Intussen kijkt Noord-Brabant ook over de provinciegrenzen, want als voorloper heb je ook een bepaalde verantwoordelijkheid op het gebied van kennisdeling. Compen: “Zo trekken we steeds meer op met de provincie Limburg, om van elkaar te leren, maar ook om de belangen van Zuid-Nederland goed onder de aandacht te brengen.’’
Die interactieve aanpak viel in de smaak bij de deelnemers, die al doende ontdekten wat de meerwaarde van de Staat van Mobiliteit Brabant is. Compen: “We hebben er bewust voor gekozen om onder andere vragen te gebruiken die wethouders in de praktijk stellen aan hun ambtenaren. Bijvoorbeeld ‘werkt ons fietsbeleid nu eigenlijk’, ‘hoeveel verkeersslachtoffers vallen er jaarlijks in onze gemeenten’ of ‘hoe groot is het aandeel vrachtverkeer in het centrum’.”
De bijeenkomsten werden niet alleen als heel nuttig ervaren, maar smaakten vooral naar meer (verdieping). Deelnemers waren bovendien verrast over de mogelijkheden, bijvoorbeeld over die van actuele ‘floating car data’. Zo kan data leiden tot goede investeringsbesluiten, bijvoorbeeld over het al dan niet aanleggen van meer asfalt, maar ook tot betere reisadviezen voor en tijdens een reis (MaaS). Compen: “Deelnemers zien de meerwaarde van het dashboard en de data die erachter zit. De bijeenkomsten leverden ook veel nieuwe vragen op.” Dat was ook een van de doelen van de roadshow: feedback verzamelen van toekomstige gebruikers en op basis daarvan het dashboard verbeteren en eventueel uitbreiden. Ook daarom komen er, minimaal één keer per jaar, vervolgbijeenkomsten op de roadshow.
Vijf ontwikkelingen die de mobiliteitsopgaven van de toekomst bepalen:
- Verstedelijking en krimp: de vier grote stadsregio’s groeien snel, terwijl het landelijk gebied sterk vergrijst.
- Verduurzaming: door klimaatverandering en uitputting van fossiele brandstoffen groeit de urgentie om te ruimte klimaatbestendig in te richten.
- Economische ontwikkelingen: de arbeidsmarkt wordt flexibeler, terwijl de concurrentie in het vestigingsklimaat heviger wordt door ‘footloose’ bedrijven.
- Technologische ontwikkelingen en digitalisering: fundamentele digitalisering rond wonen, werken, recreëren en mobiliteit.
- Netwerksamenleving: manifesteert zich in fysieke zin in veranderende verplaatsingsstromen tussen en naar de grotere steden.