Kansen en risico’s van digitale identiteiten

Gevraagd: subtiele balans tussen verschillende overheidsrollen

Welke rol moet de overheid vervullen bij de snelle digitalisering van mobiliteit? Digitalisering kan grote voordelen bieden om bijvoorbeeld betere reizigersinfo te bieden, maar hoe voorkom je dat reizigersdata wordt ‘misbruikt’ door grote techreuzen als Google, Facebook en Amazon? En is dat eigenlijk wel een groot gevaar? Kortom: wat zijn de kansen en risico’s van meer data, en wat moet er gebeuren met het oog op privacy en security? Bovenstaande vragen komen aan de orde in het rapport ‘Naar waardegedreven sturing van digitale identiteiten in het mobiliteitsdomein’, in opdracht van de Unit Innovatie van het ministerie van IenW.

Het rapport schetst handelingsperspectieven rondom digitale identiteiten (elke reizigersverplaatsing kan data opleveren, maar hoe ga je daarmee om?) in het mobiliteitsdomein (DIM). Of het nu gaat om MaaS, connected cars of andere vormen van smart mobility: om betrouwbaar, veilig en naadloos te kunnen reizen, zijn identiteiten nodig. De markt verzamelt vaak meer informatie over de reiziger dan noodzakelijk. Dat is niet altijd gewenst. De overheid kan daarin sturen op basis van publieke waarden, aldus hoofdonderzoeker Ruben Keijser van Andersson Elffers Felix. Keijser: “Ontwikkelingen rond digitalisering in het verkeer gaan razendsnel en dat biedt nieuwe mogelijkheden. Denk alleen al aan nieuwe auto’s die route-informatie ontvangen die nu nog boven de weg wordt weergegeven, ADAS (rijhulpsystemen), maar ook het feit dat we steeds meer weten over de manier waarop ons wegennet wordt gebruikt. Vraag is welke kansen en bedreigingen dat oplevert. En welke rollen overheden – nationaal en internationaal – op zich zouden kunnen en moeten nemen.’’

Image

Uit het onderzoek, met interviews met vertegenwoordigers van onder meer het ministerie van IenW, de Europese Commissie, Dutch Blockchain Coalition, maar ook met private partijen komt naar voren dat IenW niet alles zelf kan en mag doen. Samenwerking met andere overheden, waaronder het ministerie van BZK, is nodig voor een eenduidig beleid. Daarbij zal de focus moeten liggen op privacy en security, aldus de onderzoekers.

De vraag of de overheid achterover zou kunnen leunen en ‘de markt’ z’n gang kan laten gaan, is inmiddels achterhaald, vindt Keijser. “Je zou kunnen zeggen: als we alles overlaten aan de grote techreuzen, krijgen we misschien wel heel mooie diensten. Dus hoe erg is dat?’’ Maar inmiddels is wel duidelijk dat overheden op basis van hun verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen, dat niet zomaar kunnen laten gebeuren. Privacy- en security-regels en -wetten zijn er immers om individuen te beschermen en te voorkomen dat ‘iedereen’ data mag gebruiken. Keijser: “Je wilt grip hebben op reizigersdata. Dus moeten we tijdig ingrijpen.’’

Autofabrikant wordt techbedrijf

Overheden moeten hun positie dus (opnieuw) bepalen, ook omdat de wereld snel verandert. Keijser: “Neem een autofabrikant als Volkswagen, die miljarden investeert in digitalisering en connected cars. Zo worden ze van autofabrikant stap voor stap steeds meer een techbedrijf dat grote hoeveelheden data verzamelt – over voertuigen en over burgers. Wat moeten we daarmee?’’
Bij die zoektocht voor overheden en de impact van digitalisering hoeft Nederland niet alles zelf uit te vinden. Digitale identiteiten in mobiliteit staan niet op zich. Keijser: “Het is belangrijk dat Nederland zich zo vroeg mogelijk aansluit op Europees niveau. Deels is dit al vastgelegd. Denk aan de AVG. Andere onderdelen worden nog uitgewerkt. We zullen dus Europees beleid pro-actief moeten beïnvloeden en vervolgens vertalen naar de Nederlandse context; de Europese datastrategie is een richtsnoer.’’

Deelmobiliteit

En hoewel het misschien risicovol lijkt om te beginnen aan nieuwe avonturen zonder dat de exacte rollen al vastliggen, pleit de onderzoeker juist wel voor dergelijke initiatieven. Keijser: “Om de ontwikkelingen in goede banen te leiden, moeten we op zoek naar een subtiele balans tussen verschillende overheidsrollen. Daarom willen we een specifieke use case over deelmobiliteit gaan uitwerken, waarin IenW samenwerkt met de Dutch Blockchain Coalition.’’
Ook nieuwe, lopende initiatieven zoals MaaS moeten vooral doorgaan, al liggen daarbij de rollen misschien nog niet vast. Keijser: “De MaaS-pilots leveren juist waardevolle informatie op. Je stuit daarbij onder meer op ethische kwesties (bijvoorbeeld: mag je reizigers pro-actief reisadviezen geven, ook als de reiziger daar zelf niet om vraagt?). Maar ook op zaken als sociale inclusie: hebben we wel voldoende toezicht, hoe voorkomen we dat één marktpartij dominant wordt? Zulke pilots zijn dus heel waardevol: je ontdekt werkenderwijs welke hobbels je nog moet nemen.’’

Het rapport ‘Naar waardengedreven sturing van digitale identiteiten in het mobiliteitsdomein’ is te downloaden via rijksoverheid.nl.